Gevangen in mijn eigen systeem

Lieve mama,

Ik maak het mezelf soms moeilijk zeg!

Neem het sporten.
In principe doe ik dat voor een gezond lijf en een strak lichaam.
(Het oog wil ook wat. Wie niet knap is, kan altijd slank zijn.)
Doordat ik zoveel sport, vreet ik me de pleuris.
Al die calorieën moet ik er vervolgens weer af lopen, fietsen, crosstrainen of fitnessen.
Daarnaast slijten mijn hardloopschoenen, sportkleding en fietsmateriaal zo snel, dat ik een geldinfuus kan aanleggen van mijn bankrekening naar al die sportwinkels.
Bovendien kost al dat gezonde eten me ook weer een maandsalaris aan havermout, teff, fruit, groente en supplementen.
Die ik vervolgens met lichte tegenzin weer naar binnenwerk, om genoeg energie binnen te krijgen.

Werken is ook niet logisch.
Je koop een duur huis.
Dan ga je allebei werken, liefst zoveel mogelijk.
(‘Omdat je toch geen kinderen hebt, en wat moet je thuis doen?’)
Minder werken kan niet, want het huis drukt te zwaar.
De strop wordt langzaam aangetrokken, maar je moet mee.
‘Want je wilt stappen maken in het leven’, zeggen mensen dan.
En dat je in een groter huis meer uren moet buffelen in de tuin, en alleen aan schoonmaak al een dag kwijt bent, en dat je ook nog eens alles moet onderhouden, dat zegt niemand erbij.
En dat al die kloteklussen ook nog eens bakken geld kosten, moest ik ook zelf uitvinden.

Vakantie is ook niet logisch.
Hoe duur je vakantie ook is, je hebt het nooit zo goed als thuis.
Liggen op een houten plank in een stacaravan.
Als je moet plassen, moet je eerst alle deurtjes van de WC-hokjes in het toiletgebouw openen, hopen dat er bij eentje bijzit waar je niet over je nek gaat.
Of je zit in een appartement waar je op een éénpits-fornuisje een lekkere vakantiemaaltje moet maken. Terwijl de buren bierblikjes over de muur gooien, en naakt Twister spelen op hun balkon.
Laat staan de scheurbuik, geelzucht en vlekkentyfus die je oploopt als je kies voor een goedkoper restaurant.  Je weet wel, met van die menukaarten met vergeelde foto’s van shoarma- en kipmenu’s.

In mijn geval ben ik de eerste zeven vakantiedagen compleet van het padje.
Waar kan ik fatsoenlijk eten kopen? Waar kan ik trainen? Is er een sportschool? Waar is het redelijk vlak om te rennen? Waar wordt ik niet met 120 per uur van de weg afgereden?
Ik lijk net een geflipte scout die met een knapzak om zijn nek en kompas in de hand de omgeving verkent.
En het ergste is: het kost me ook nog mijn halve bankrekening.

Toch blijf ik hieraan meedoen.
Waarom? Geen idee.
Ik dacht altijd dat ik deed waar ik zin in had.
“Denk maar niet dat ik dingen doe, omdat het zo hoort”, zei ik altijd tegen mezelf.


En zie mij nu:
Hypotheek, baan van maandag tot vrijdag, op vakantie met frisse tegenzin,
en elke dag sporten omdat ik anders te veel eet.
Ik zit gevangen in het systeem. Mijn eigen systeem.
Geen ontkomen aan.
Verder ben ik best gelukkig.


Geplaatst

in

door

Tags: