Van een warme kermis thuiskomen

Broekland, 31 juli

Kleine wedstrijden zijn soms de allerleukste. Vandaag liep ik -na drie trainingsweken met de nadruk op omvang- de Kermisloop in Broekland, een levendig dorp vlakbij Raalte.

Gisteravond vond ik -mede gezien de belangen van de wedstrijd- dat ik nog wel even kennis mocht nemen van de start- en finishlocatie: de feesttent. Na een gezellige avond stond ik vanmorgen weer fris aan de start met zo’n 90 andere deelnemers.

Op de eerste rij stonden voor mij niet de gebruikelijke concurrenten. Maar een paar voetballers die volop klaagden dat tien kilometer toch wel een eind lopen is (ook dit maakt zulke wedstrijden weer leuk). En een Afrikaanse jongen uit Enschede, die al gauw de favorietenstatus toegediend kreeg van de lokale speaker.

Bij de start gingen vier lopers vol gas weg: de Afrikaanse jongen (met de prachtige naam Nelson Aka Diosnisio Docx Matembissa), twee voetballers van SV Broekland en ikzelf. Na honderd meter riepen de voetballers tegen elkaar “mooi ewes!”, om de rest van de race lekker uit te lopen (gelijk hebben ze, die honderd meters of fame pakt niemand ze ooit meer af). Na 500 meter kwam ik bij mijn overgebleven concurrent Nelson, om hem na een kilometer achter te laten.

Wat kan een wedstrijd dan rustgevend zijn. In mijn eentje lekker door het bos racen met alleen Ronnie de mountainbiker voor mijn neus, om het pad te plaveien. Zwierend op zijn pedalen en atletisch om de plassen heen draaiend, loodste Ronnie mij langs een lint lopers van de 5,5 kilometer, die een paar minuten eerder van start waren gegaan.

Na ongeveer drie kilometer door het bos kwam ik het dorp weer binnen. Mooi om te zien hoeveel Broeklanders er, ondanks de zware nacht,  voor hun huis zaten om de deelnemers aan te moedigen. Ik had het idee dat het publiek het tweede rondje nog enthousiaster was dan de eerste ronde. Ongetwijfeld spelen de eerste biertjes hier een rol. Hoe dan ook, ik vind het altijd machtig mooi als mensen zo enthousiast kunnen zijn om anderen bezig te zien. Het helpt me ook bij het presteren. Zelfs bij het uitlopen (verplichte kost voor een wedstrijdloper) werd ik nog aangemoedigd. Dit kan er ook mee te maken hebben dat niet iedereen wist dat ik al aan het uitlopen was.

Ik had trouwens nog geluk: Vorig jaar noemde de omroeper mij nog Johan Kats. Dit jaar wist hij zelfs mijn naam. Kortom: met een eerste plek op zak, eeuwige roem en een gezellige ochtend weer huiswaarts. Een wedstrijd hoeft niet altijd groots te zijn om toch te genieten.

De komende week train ik elke dag door. Vrijdag 12 augustus loop ik een 3.000 meter baanwedstrijd in Utrecht. Een week later op vrijdag 19 augustus loop ik in Heino weer ‘naar de Pomp’. Een loop die in gezelligheid niet veel onderdoet voor Broekland. Het kan maar zo zijn dat ik op donderdagavond het parcours alvast weer verken.

Jos Verdaasdonk
31 juli 2016


Geplaatst

in

door

Tags: