Wie is er nu wereldvreemd?

Ik kreeg een raar gevoel bij de column van Sander Schimmelpenninck op maandag in de Volkskrant.
Er rezen gedachten bij me op die ik niet vaak tegelijk heb.
Ik was het namelijk met hem eens, maar tegelijkertijd walgde ik van zijn woorden.
Dat verdient uitleg.

Schimmelpenninck hekelt in zijn column de populistische VVD’ers die alleen maar tegen rechts aan willen schurken.
Lui die klimaatopwarming ontkennen en die ‘links’ een scheldwoord vinden. Gasten die zich door extreemrechts laten opjagen. De hete adem van FvD, PVV en JA’21 hijgend in de nek. Enge schreeuwerds die inspelen op angstige sentimenten van veel mensen.
Tot zover helemaal eens.

Maar dan komt het probleem van het huidige liberaal-Randstedelijke-links weer om de hoek. Zeg maar D’66 – GroenLinks in hun hoogopgeleide bubbel. Want in zijn taalgebruik laat Schimmelpenninck, zonder het waarschijnlijk zelf door te hebben, precies zien waarom zoveel mensen zich niet meer in links kunnen vinden.
Hij bralt een partijtje elitair-Randstedelijk-betweterig gezwets uit.
Ik zie de Telegraaf alweer smullen: ‘Weer iemand van de elite die even vertelt hoe wij moeten denken.’

Schimmelpenninck noemt de klassieke liberalen ‘provincialen’.
Schijnbaar is dat in zijn ogen een synoniem voor ‘bekrompen’.  
En dat is direct probleem één.
Want waarom lopen zoveel mensen over naar (extreem) rechts?
Een van de redenen is dat veel mensen uit de provincie vinden dat de huidige elite regeert vanuit de Randstad.
De grachtengordel die elke avond bij de praatprogramma’s zitten, vertellen ons wel even hoe het hoort. De influencers en opiniemakers die de hele dag hebben nagedacht over wat je wel en niet mag zeggen. Zij leggen de regels op en dicteren de normen. (Die overigens vaak niet voor hunzelf gelden. Zie de GroenLinksers die een windmolenpark tegenhielden dat tegenover hun huizen gepland was. (“Want een windmolen staat niet mooi op steenworp afstand van mijn 50 meter diepe achtertuin. En mijn biologische prei groeit dan niet goed”)

Is het niet gewoon tijd dat er op links weer iemand staat die ‘de gewone man’ vertegenwoordigt?
De man (het kan ook een vrouw of een X zijn) die heus niet zijn kop in het zand steekt. Die echt wel ziet dat de aarde opwarmt. Die heus wel wil verduurzamen, maar niet even 20.000 euro heeft liggen om een warmtepomp te kopen. En die het prima vindt dat een jong iemand niet weet of hij/zij/hen/hun een man of een vrouw is. Maar die het gezeur soms een beetje zat is. Die andere dingen aan zijn hoofd heeft dan nagellak-gate bij een supermarkt,  een genderneutrale filmprijs, of de roze fanclub bij Feyenoord.

Iemand die ziet dat er banen verdwijnen, huizen niet te betalen zijn, de kloof tussen arm en rijk steeds groter wordt. Kan er een linkse rakker opstaan die aanstipt dat laagopgeleide mensen gemiddeld zeven jaar eerder doodgaan? Door zwaar werk, mindere huizen en een ongezondere levensstijl.
Want ja: gezond eten is voor veel mensen te duur.
Niet voor Schimmelpenninck en zijn vriendjes in de Eko-Plaza natuurlijk. Die betalen voor een bakje quinoa gerust 25 euro. Maar voor sommige gezinnen is dat vier dagen eten.

Wedden dat er heel veel ouderwetse linkse stemmers zijn die gewoon in normale taal willen worden aangesproken? Die een column willen lezen en het nog begrijpen ook.  Die echt wel sociaal zijn en een eerlijk land willen. Die diep in hun hart links zijn, maar niet bij het kleine eliteclubje willen horen. En die het begrip ‘mondain’ of ‘wereldburger’ niet per se een compliment vinden.
Ik ben er in ieder geval een van.


Er is geen aversie tegen de echte linkse vertegenwoordigers van het volk. Wel tegen de elite die continu vertelt hoe de wereld in elkaar zit.
En daar Sander … ben jij er een van.
En als PvdA’er zie ik steeds meer stemmers verder van de partij wegdrijven. Door mensen zoals jij.

Sander: je boodschap is me op zich helder.
Helaas jaag je er alleen maar meer mensen mee naar de – in jouw woorden- patatliberalen.
(Is patat ook not-done binnen jouw welgestelde kringen?)


Geplaatst

in

door

Tags: